Nog een kleine toevoeging op het voorgaande. De spanning over de diode en de stroom door de diode hangen met elkaar samen via de zogenaamde diodevergelijking van Shockley. Nu was ik zelf ineens ook wel benieuwd wat dat nu betekent voor de diodespanning.
Diode equation.png
Hierin is I
d de stroom door de diode, I
s de sperstroom, V
d is de spanning over de diode, V
T is de thermische spanning en n is de emissie coëfficiënt (voor Ge geldt n = 1 en voor Si geldt n = 1.1 - 1.8).
Als V
d = 0, dan is I
d = 0.
Stel dat n = 1.4 voor de gebruikte diode, en V
d = 26 mV, dan is I
d = I
s. Niet dat we daar nu zoveel aan hebben, want we weten I
s niet eens precies, die kan flink variëren. Maar toch, als I
s bijvoorbeeld inderdaad 3 pA is, dan heb je bij 1 pA biasstroom een spanningsval over de diode van ongeveer 10 mV.
Nu zit daar een enorme temperatuurafhankelijkheid in, niet alleen in V
T, maar vooral ook in I
s. Grofweg verdubbelt I
s voor elke 10
oC temperatuurverhoging.
Als je nagaat dat de equivalente weerstand van de diode ongeveer gelijk is aan V
T/I
s, dan is die bij I
s = 3 pA nog 8 Gohm. Of als Is = 200 fA (als de spanning bijna 0 is), dan is de weerstand ongeveer 130 Gohm. Maar die weerstand halveert voor elke stap temperatuursverhoging van 10
oC. Was het 8 Gohm bij 25
oC, dan is het nog maar 1 Gohm bij 55
oC. Maar was het 130 Gohm bij 25
oC, dan is het nog steeds 4 Gohm bij 75
oC.
Steven
Je hebt niet voldoende permissies om de bijlagen van dit bericht te bekijken.