Goeie vragen, dit waren inderdaad belangrijke ontwerp aspecten.
Wat je schrijft klopt helemaal. De ruimte voor de conus vormt de voorste kamer, en de gaatjes kun je samen zien als de poort. Alleen is het in mijn geval het doel zo min mogelijk bandpass werking te krijgen omdat dit anders zal zorgen voor afrol aan de bovenkant waar de tweeter nog niet kan overnemen.
De technische insteek is als volgt:
- De woofers zijn zo dicht mogelijk tegen de wand van de waveguide geplaatst zodat de "poort" zo kort mogelijk wordt, en daardoor de bandpass afrol aan de bovenkant hoger.
- De kamer voor de woofer is zo klein mogelijk gemaakt, de voorste wand ligt op ongeveer xmax afstand en het conus profiel wordt gevolgd. Ook dit zorgt voor een hogere bandpass afrol aan de bovenkamt.
- Er is veel poort oppervlak nodig om de bandpass werking te verminderen. Een relatief groot gat zoals Danley dat doet zal zorgen voor verstoring in het hoog. Het poortoppervlak is verdeeld over meerdere kleine gaatjes zodat het hoog deze gaatjes niet "ziet". Ook de vorm en plek van de gaatjes is zo gekozen om minimaal invloed te hebben op het hoog. Zo vind de sturing in het uiterste hoog voornamelijk al plaats diep in de waveguide bij de "throat". Bij deze frequenties zijn de golflengtes klein en zal een kleine verstoring in de vorm al kunnen zorgen voor diffractie. Daarom start het gaatjespattroon iets uit buiten de throat waar ze iets minder van invloed zijn, en is het pattroon als een ruit gevormd zodat de golf niet overal tegelijk een verstoring in de vorm tegen komt.